Hoe zal mijn afscheid klinken?
Geroezemoes van stemmen in de zaal. Dan gaat langzaam het zaallicht uit. Het geroezemoes neemt af. Er klinkt trompetgeschal. Alsof een middeleeuwse koning zijn opwachting gaat maken. Als de trompetten zwijgen, is het stil in de zaal. De stem van Wim Sonneveld klinkt. Hij zingt: “Haal het doek maar op, doe het licht maar an.” Langzaam gaat het toneeldoek open. Op het toneel staat in de spotlights een groene kist, bedekt met bloemen.
Zo stel ik mij de opening van de uitvaartplechtigheid na mijn verscheiden voor. Het lijkt me prachtig. Mooi bombastisch trompetgeschal en het doek dat vol theatrale dramatiek langzaam openschuift. Maar het gaat niet gebeuren. Het past niet bij me. Zo ben ik niet. Ik ben geen showmens en ik houd er niet van om in de schijnwerpers te staan. Ik heb in mijn jeugd wel een keer een sketchje gespeeld tijdens een feestavond van de Christelijke Jongelingen Vereniging. En later, toen ik vrijwilliger was bij een bejaardenomroep, heb ik ook een aantal keren in een revue gespeeld. Maar dat maakt me nog geen showfiguur. Ook het gegeven dat ik onder de douche altijd het idee heb dat ik een succesvol en gevierd zanger ben, rechtvaardigt nog niet zo’n opening van mijn uitvaart. Het zal er in werkelijkheid dus anders aan toe gaan. Niet bombastisch, niet theatraal, maar gewoon doorsnee. Wat toespraakjes – ik mag toch hopen dat er over mij toch nog wel iets te zeggen valt- en wat muziek.
Om u gerust te stellen, ik heb geen plannen om heen te gaan. Al heb ik dat natuurlijk niet in eigen hand. Dat ik er nu mee bezig ben, komt door een opmerking van mijn dochter. Nadat we enkele weken geleden bij de uitvaart van een oom waren, bespraken we de tijdens de plechtigheid gedraaide muziek. “Ik zou niet weten welke muziek er op jouw begrafenis gedraaid zou moeten worden”, zei mijn dochter toen. Onbedoeld en ongemerkt bracht zij mij met deze opmerking terug naar september 2006. Precies een week nadat we ons 25-jarig huwelijksfeest hadden gevierd, werd Tiny heel erg ziek. Ze werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Daar bleek heel snel dat zij als gevolg van een veel te hoge dosering chemotabletten een kaliumvergiftiging had opgelopen. Het leidde tot een hartstilstand. Tiny werd direct gereanimeerd en naar de intensive care gebracht. Ik werd naar een kamertje gebracht waar ik moest afwachten hoe het zou aflopen. Terwijl ik daar zat, realiseerde ik me dat we ondanks haar ziekte nooit over de dood en wat er daarna moest gebeuren hadden gesproken. Ik had werkelijk geen idee. Tiny overleefde het, maar er was zoveel in haar lichaam beschadigd dat het een half jaar later alsnog fout ging. Pas toen de mededeling kwam dat er geen behandeling meer mogelijk was, zijn we met de kinderen bij elkaar gaan zitten en hebben we haar uitvaart besproken. We hebben het helemaal volgens haar wensen kunnen doen. Ik heb daar nog altijd een intens goed gevoel bij.
Het was de opmerking van mijn dochter die deze herinnering naar boven bracht. Tegelijkertijd werd ik me ervan bewust dat ik eigenlijk ook nog nooit over mijn eigen uitvaart heb nagedacht. Het is toch iets dat je voor je uit schuift. Toen mijn dochter de opmerking maakte, kon ik haar niet direct een aantal titels van liedjes noemen die ik graag gedraaid wil hebben. Dat heeft me aan het denken gezet en om het mijn kinderen als het zover is wat makkelijker te maken, ben ik nu dus bezig met het samenstellen van een playlist. En dat valt nog niet mee.
Eén nummer staat voor mij vast. Dat is uiteraard mijn lijflied ‘Nergens goed voor’ van De Dijk. Dat lijkt negatief, maar is het niet. Integendeel: “Ik kan van je houden, zoals niemand anders kan.” Omdat één liedje nogal karig is –sommige aanwezigen hebben een lange reis gemaakt om bij mijn afscheid te zijn en die moet je dan wel wat bieden- wil ik er nog wel een paar liedjes aan toevoegen. En daar zit ‘m nou net het probleem. Ik heb een nogal aparte smaak. Ik ben van de Nederlandstalige muziek en dan bij voorkeur met bijzondere teksten. Dus kijk er niet van op als u ooit – laten we zeggen over een jaar of veertig – bij mijn uitvaart bent, u plotseling ‘Knolraap en Lof, Schorseneren en Prei’ van Drs. P uit de luidsprekers hoort schallen. Of dat u Cornelis Vreeswijk ‘Hopeloos Blues’ hoort zingen. En misschien ga ik ook nog eens uitzoeken of er een gedigitaliseerde versie is van ‘Ik zoek me gek naar m’n goeie broek’ van Johnny en Rijk.
Ik ben er nog niet uit hoe de playlist voor mijn uitvaart eruit komt te zien. Maar om met wijlen Herman Berkien te spreken: Er kan gelachen worden.
Ontroerend mooi!En wat dacht je “ik zou je in een doosje willen doen” Sonneveld ?