Broodje aap
Veifgever: Klaas Blaauw
Woorden: banaan – schaap – tuin – radio – kippenkont
Het is op een zonnige zomerdag even na twee uur als John na een zakenreis van drie weken de oprit van zijn vrijstaande villa oprijdt. Hij parkeert zijn auto voor de garage, stapt uit en haalt zijn koffers uit de achterbak. Hij weet dat zijn vrouw niet thuis is -zij heeft voor haar werk een belangrijke afspraak- en zoekt daarom zijn huissleutel. Als hij de voordeur heeft geopend en naar binnen stapt, is hij dan ook verrast dat hij vanuit de woonkamer de radio hoort. “Liefje”, roept hij. “Ben je toch thuis?”
Omdat hij geen antwoord krijgt, roept John nog een keer. Nu iets harder. “Liefje!” Opnieuw komt er geen antwoord. John loopt de woonkamer in, maar daar is niemand. Hij gaat de trap op naar de slaapverdieping, maar ook die is verlaten. “ Liefje!!!”, roept hij nog maar wat harder. Er volgt echter wederom geen reactie.
John gaat weer naar beneden en loopt de keuken in. Hij ziet op de eettafel een broodje en een banaan liggen. ‘Vreemd’, denkt hij. ‘We hebben nooit bananen.’ Hij pakt de vrucht op en als hij de schil van de banaan zodanig heeft verwijderd dat hij een hap kan nemen, ziet hij bij het aanrecht een schaap staan. “Hoe kom jij hier binnen?”, vraagt hij zich hardop af. “Bèèè, bèèè”, mekkert het schaap als antwoord.
John loopt langs het dier de tuin in. Daar ziet hij zijn vrouw. “Hé liefje, je bent er toch”, zegt hij. “Ja, ik heb speciaal voor jou mijn afspraak verzet”, antwoordt zij. “Weet je dat er een schaap in de keuken staat?”, vraagt John. “Ja”, zegt zijn vrouw. “Dat is Dolly, het schaap van de buren. Zij zijn op vakantie en hebben mij gevraagd om voor haar te zorgen. Omdat ik het zielig vond om het arme schaap alleen te laten, heb ik haar hierheen gehaald. Onze tuin is groot genoeg.”
John stapt naar buiten om zijn vrouw te begroeten. Na twee stappen glijdt hij uit en valt hij hard op zijn rug. “Gadverdamme”, roept hij. “Het ligt hier vol met kippenstront. Waar komt dat vandaan?” “Dat lijkt me nogal logisch. Uit een kippenkont natuurlijk”, is het antwoord van zijn vrouw. “Maar wij hebben toch helemaal geen kippen?”, vraagt John. “Nee”, zegt zijn vrouw, “maar de buren zijn op vakantie en ze hebben mij gevraagd om ook voor hun kip te zorgen.” “En omdat je het zielig vond om haar alleen te laten, heb je ook die kip hierheen gehaald”, stelt John vast. “Precies!”, beaamt zijn vrouw. “Onze tuin is groot genoeg.”
“Heb je nog meer verrassingen voor me?”, vraagt John terwijl hij de banaan naar zijn mond brengt om nog een hap te nemen. “Stop. Niet doen”, roept zijn vrouw. John kijkt haar aan. “Waarom niet?”, vraagt hij. “De aap van de buren zal ook zo wel komen”, antwoordt zijn vrouw. “De aap van de buren?”, vraagt John verbaasd. “Ja”, zegt zijn vrouw. “Hij zit nu in een boom achterin de tuin. Hij zal zo wel komen om te eten. Het broodje en de banaan zijn voor hem. Is hij gek op.”
John kan zijn oren niet geloven. En ik zie u als lezer nu ook denken: Dit kan niet. Dit is te gek. En dat is ook zo. Het hele verhaal is niet waar. Het is -om bij de gebeurtenissen te blijven- een broodje aap. Dit is wat er werkelijk gebeurde.
Het is op een zonnige zomerdag even na twee uur als John na een zakenreis van drie weken de oprit van zijn vrijstaande villa oprijdt. Hij parkeert zijn auto voor de garage, stapt uit en haalt zijn koffers uit de achterbak. Hij weet dat zijn vrouw niet thuis is -zij heeft voor haar werk een belangrijke afspraak- en zoekt daarom zijn huissleutel. Als hij de voordeur heeft geopend en naar binnen is gestapt, loopt hij naar de woonkamer. Hij is moe en ploft op de bank. Al snel is hij in een diepe slaap. Hij droomt. Waarover?, vraagt u zich misschien af. Laat ik dat maar niet vertellen, want dat gelooft u toch niet.
Als John na een uurtje wakker wordt, staat hij op en loopt de keuken in. Daar zit zijn vrouw aan de eettafel. Tegenover haar zit een aap te smikkelen van een broodje banaan. De aap kijkt hem grijnzend aan. “Het is genoeg geweest”, roept John. “Ik ben zo terug.” “Wat ga je doen?”, vraagt zijn vrouw. “Ik ga even naar de buren om hun olifant te halen.” Zijn vrouw kijkt hem vragend aan. “Wat moet je met een olifant?” “Iets met lange snuit en verhaaltje uitblazen”, roept John haar over zijn schouder toe. Ik ben nu echt helemaal klaar met dit idiote verhaal.” En weg is hij.