Barbecue

Veifgever: Marga Kessenich
Woorden: Kaars – groen – park – barbecue – muziek

Michiel draait de hamburgers die op de barbecue liggen nog maar eens om. “Nog heel even, schat”, zegt hij. “Ze zijn zo klaar.” “Kun je ook even een halve paprika op het rooster leggen?”, vraagt zijn vrouw Joyce. “Ja hoor”, zegt Michiel. “Rode?” “Nee, doe maar groen. Vind ik lekkerder”, antwoordt Joyce. Michiel pakt een halve groene paprika en legt die met trillende handen op de barbecue. Ondanks dat hij dicht bij het vuur staat, heeft hij het koud. “Waarom heb ik hiermee ingestemd”, mompelt hij zacht. “Zei je wat, liefje?”, vraagt Joyce, die ongeveer twee meter verderop op een kleed op de grond zit. “Nee, niets”, geeft Michiel als antwoord.

De dag was begonnen zoals zondagen altijd begonnen. Michiel zat op zijn hoekje van de bank een boek te lezen, zoals hij altijd op zondag doet. Joyce zat naast hem met haar laptop opengeklapt op haar knieën. Zij luisterde naar muziek, zoals zij altijd op zondag doet. Na een half uurtje klapte Joyce de laptop dicht. Ze keek even naar buiten, sloeg een arm om Michiel heen en zei: “De zon schijnt. Zullen we vanmiddag naar het park gaan?” Michiel keek op van zijn boek en richtte zijn blik op het raam. “Ja, dat is goed”, zei hij. Joyce sprong op van de bank.  “Pak jij de barbecue en het kleed uit de schuur, dan vul ik een tas met allemaal lekkers”, sprak Joyce, terwijl ze naar de keuken liep. “Barbecue? Kleed? Lekkers?”, riep Michiel haar verbaasd na. “Ja”, riep Joyce vanuit de keuken. “We gaan er een romantische middag van maken. Heb ik zo’n zin in.” Michiel haalde zijn schouders op en liep naar de schuur om de gewenste attributen te halen.

“Kijk eens, schat, je hamburger en je paprika”, zegt Michiel, terwijl hij zijn vrouw een gevuld bord aanreikt. “Wat kan ik nu voor je op de barbecue leggen?” “Doe maar een kippenpootje. En kom zo even lekker tegen me aan zitten”, zegt Joyce. Michiel legt een paar kippenpootjes op het rooster en gaat dan op het kleed zitten. “Het begint al een beetje donker te worden. Hoe laat is het eigenlijk?”, vraagt hij. Joyce kijkt op haar horloge. “Het is iets over half vijf”, antwoordt ze. Ze pakt een kaars uit de tas en zet die op een bord op het kleed. “Romantisch hè”, zegt ze als de kaars brandt. “Wacht. Er hoort natuurlijk ook romantische muziek bij.” Ze pakt haar laptop en zoekt op YouTube een toepasselijk lied. Ze kruipt dicht tegen Michiel aan, geeft hem een kus en zegt: “Ik hou van je, liefje.” Michiel neemt zijn vrouw in zijn armen, geeft haar ook een kus en zegt, terwijl de eerste sneeuwvlokken op hen neerdalen: “Ik hou ook van jou, schatje. Maar in december in het park barbecueën moesten we toch maar niet meer doen.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *