Mannetje van de radio
Soms zijn er van die gebeurtenissen die de dagelijkse sleur ingrijpend doorbreken. Zo’n gebeurtenis deed zich deze week voor. Een vriendschapsverzoek op Facebook. Komt vaker voor en is altijd leuk natuurlijk, maar deze was extra leuk. Frank Koevoets wilde vrienden met me worden. We waren dat ooit al in een grijs verleden, maar zoals het in het leven gaat, zijn we elkaar op een gegeven moment uit het oog verloren. Terugrekenend kom ik tot de conclusie dat we elkaar in 1986 voor het laatst gezien en gesproken hebben. Dat was namelijk het jaar dat ik definitief een punt zette achter mijn vrijwilligerswerk bij de Bejaarden Omroep Stichting in Rotterdam.
Ik neem u mee terug naar het jaar 1974. Ik had gereageerd op een oproepje in de krant waarin de ziekenomroep RANO, die werkzaam was in het Dijkzigtziekenhuis, vroeg om presentatoren en technici. Half Rotterdam had daar geloof ik op gereageerd, want de RANO had meerdere avonden nodig om alle ‘sollicitanten’ te ontvangen en te selecteren. Verder dan het invullen van een formulier heb ik het bij die ziekenomroep niet geschopt. Ik werd bedankt voor de belangstelling.
Niet lang daarna werd ik gebeld door een kennis die op de hoogte was van mijn kortstondige omroepavontuur. De kennis had ook een kennis, en die wist te vertellen dat er in bejaardencentrum – zo werd dat toen nog genoemd- Hoppesteyn aan de Boezemsingel plannen waren om een huisomroep op te richten. Mijn kennis vertelde zijn kennis over mij en ik werd uitgenodigd voor een gesprek. Niet lang daarna zat ik met zes mij wildvreemde mensen plannen te maken voor Radio Hoppesteyn, zoals we de omroep toen nog noemden. (In maart 1975 werd de Bejaarden Omroep Stichting officieel bij een notaris opgericht). Op basis van een stemtest werd ik aangewezen als presentator. Ik werd meteen ook benoemd tot secretaris. En hoewel ik totaal geen radio-ervaring had kreeg ik meteen ook de functie van programmaleider. We gingen aan de slag.
In bejaardencentrum Hoppesteyn was op de zevende verdieping aan het eind van de gang een ruimte, die op andere verdiepingen dienst deed als ontmoetingsruimte, ingericht als radiostudio. Alle benodigde apparatuur was er al aanwezig. Ik maakte kennis met een bewoner die er al een radioprogramma maakte. De heer – “Noem me maar Ome Bertus”- Wennekes. Het sprak voor zich dat hij zijn aandeel in de uitzending zou behouden. Hij zorgde er ook voor dat de band -in het begin werden nog geen live-uitzendingen gedaan- op de afgesproken dag op de afgesproken tijd werd gestart.
Inmiddels had ook een gesprek plaatsgevonden met mevrouw Verhage, de toenmalige directrice van Hoppesteyn. Zij was enthousiast over onze plannen en ideeën. En ondanks dat we al gratis gebruik konden maken van de studioruimte en de apparatuur kregen we ook nog een bijdrage om platen aan te schaffen. Voorwaarde was wel dat wij onze medewerking zouden verlenen aan activiteiten in Hoppesteyn. Zo kan ik mij herinneren dat wij op een Koninginnedag geschminkt als clowns de bewoners hielpen bij spelletjes als spijker slaan, sjoelen en flipperen. Ook kregen wij een keer het verzoek om rond de kerst iets bijzonders te doen. We bedachten dat het wel leuk zou zijn om een revue te doen. Daarover wellicht later meer. Maar het meest bijzondere verzoek was of de autobezitters onder de omroepmedewerkers een dagje vrij wilden nemen om een groepje bewoners van de verpleegafdeling, toen nog ziekenboeg genoemd, een uitje naar Noord-Brabant te bieden. In elke auto zaten twee bewoners en een verpleegkundige. Bij mij op de achterbank zaten een mevrouw die mij voortdurend met “chauffeur” aansprak en een meneer die na een beroerte moeite had met praten. Hij probeerde het wel, maar kwam telkens niet verder dan “Kan niet zeggen”. Als ik in mijn binnenspiegel keek, zag ik aan zijn gezicht dat hij genoot. En toen we aan het eind van de dag weer in Hoppesteyn waren gearriveerd, pakte hij mijn hand en zei: “Kan niet zeggen… gottegot… mooi”. Ik was toen nog niet zo’n sentimentele ouwe zak als ik nu ben, maar toen stond ik toch even met tranen in mijn ogen.
Maar ik dwaal af. Zoals ik eerder vertelde werden in het begin de programma’s op band opgenomen. Dat gebeurde op maandagavond. Op een zekere maandagavond waren er door een staking van het Nederlandse omroeppersoneel geen televisie- en radio-uitzendingen. Wij besloten de opnameavond te verschuiven en via de huisradio live te gaan uitzenden. Het werd een gedenkwaardige avond. We werden door bewoners overladen met koffie, thee, limonade, koek en snoep. De telefoon ging onophoudelijk voor verzoeknummers. Niet lang daarna was de eerste live-uitzending op zaterdagmiddag een feit.
Dat was mede mogelijk doordat het aantal omroepmedewerkers gestaag groeide. Met het toenemen van het aantal vrijwilligers nam ook de kennis en ervaring toe. De programma’s werden steeds professioneler. Dat gold ook voor de technische apparatuur. In de studio werd een presentatieruimte gebouwd, zodat de presentatoren hun werk niet meer vanuit het keukentje hoefden te doen. Lee Towers kwam naar de Boezemsingel om de nieuwe presentatiecel te openen. En inmiddels waren de programma’s middels PTT-lijnen ook te beluisteren in een aantal andere bejaardencentra.
Zelf heb ik heel veel plezier beleefd aan het zaterdagmiddagprogramma dat ik samen met collega-presentatoren presenteerde. Hoogtepunt van de uitzending was het uurtje BOS Gastvrij, waarin bekende (en minder bekende) Rotterdammers en soms zelfs bekende Nederlanders te gast waren. Ik herinner mij onder andere Annie de Reuver, Wim Koopmans, Lee Towers, Frits Bom en Paul van Vliet. De opname van het gesprek met laatstgenoemde kreeg ik deze week door Frank Koevoets toegestuurd. U zult begrijpen dat ik daarmee zeer in mijn nopjes ben.
Sinds afgelopen donderdag heb ik meerdere vrienden uit die mooie periode in mijn leven als Facebookvrienden mogen toevoegen en borrelen de herinneringen in een constante stroom op. Ik moest ook weer denken aan die ene mevrouw. Een bewoonster van de serviceflat van Hoppesteyn. Mevrouw Diepenveen. Zij noemde zich mijn grootste fan. Altijd belde zij tijdens de uitzending om verzoekplaatjes aan te vragen en om mee te doen met de radiospelletjes. Ze noemde me dan “meneer Gert”. Als ik bij haar thuis kwam om een gewonnen prijsje af te leveren, zei ze steevast: “Hallo, het mannetje van de radio”.
Ik moest in 1986 noodgedwongen met mijn activiteiten bij de Bejaarden Omroep Stichting stoppen. Te druk met mijn werk, waardoor ik de omroep niet de aandacht kon geven die volgens mij nodig was. De BOS bestaat inmiddels ook niet meer. De lijnen zijn gesloten.
Wat een jochie was je toen nog. Waar is de tijd gebleven ?
Geweldig verhaal Gert. We hadden wel ‘ n top tijd, en ook ’n geweldige journalistieke leerschool.
Oom Bertus deed me ook altijd n beetje aan ome Joop (v. D.) denken (lieve versie dan).
Mooi verhaal Gert!
Precies zo de BOS was…. helaas later wat minder ivm met minder bestaansrecht zoals je wellicht op de facebook pagina al heb gelezen in verschillende commentaren van mij bij foto’s.
Zoals Rob ook opmerkte een top tijd met hoofdletters !
Ook al ben ik geen BOSSER vanaf het eerste begin (ik ben als neefje van ome Bertus, die voor mij altijd Oom Albert was er bij gekomen toen Lee Towers de nieuwe presentatie ruimte kwam openen), ik heb me altijd BOSSER in hart en nieren gevoeld. De sfeer die daar was, was uniek. Voor radio heb je in feite maar 2 personen nodig, een presentator en een technicus, maar die studio zat altijd bomvol en dat zegt genoeg over de sfeer.
Tot 2 keer toe had ik de twijfelachtige eer om de laatste schuif dicht te moeten trekken. Eerst toen we van de 7e ” verbannen” werden en een aantal jaren later ook weer op de 11e, maar toen voor de allerlaatste keer en ik moet je zeggen dat mij wel een beetje ” het veronica gevoel” opleverde. Hierna was er immers niets meer, geen muziek, geen reportage en vooral een lege zaterdag….
Ook voor mij: de BOS een stukje van je leven dat je voor geen goud had willen missen.
ps. mag ik dit stukje ook publiceren op de FB pagina van de omroep. Je kan dat ook zelf doen en foto’s toevoegen, ik hoor het wel.
Hoi Gert, misschien ken je mij nog. Het waren heel leuke tijden bij de BOS, ik heb er negen jaren deel van mogen uitmaken. Bedankt voor dit verhaal! Ook leuk de reacties van Frank en Rob. Van Rob weet ik dat hij bij de radio/tv werkt, van Frank weet ik het niet. Zelf doe ik niets meer met radio, nog wel met muziek. Maar ja, die tijd met huis- en piratenomroepen en daarvóór met de zeezenders, dat komt niet meer terug op die manier. Dat is een tijdsbeeld wat in dat tijdperk thuishoort. Maar wel herinneringen om te koesteren. De sfeer die erbij hoorde kan ik zonder moeite oproepen. Heel fijn dat ik het mocht meemaken!
Ook dit roept bij mij herinneringen op. Volgens de technici moesten we letten op het ‘laag’ en ‘hoog’….. terwijl de bewoners slechts op een speakertje in de muur de uitzendingen moesten volgen!! De bazaar uitzendingen waren uniek. Ook de marathon- en koninginnedag uitzendingen, banden met mijn brommertje semi-live van Coolsingel naar Hoppesteijn. Een tijdperk om nooit te vergeten!