Het geheim van mijn vader (3) – Puzzelstukjes uit mijn jeugd

Er wordt lang en dwingend aan de deur gebeld. Mijn moeder doet open. Een paar rare wezens duwen mijn moeder aan de kant en stappen ons huis binnen. Ze zijn gekleed in grauwe slobberende pakken en hun gezichten zijn bedekt met maskers waaraan een soort slurfjes zitten. Ze lijken een beetje op rechtoplopende olifantjes. ‘Moffen’, schiet het door me heen. De wezens trekken laden en kasten open en doorzoeken het huis.

Hier houdt mijn herinnering op. Ik heb werkelijk geen idee wat er verder gebeurde. Het is ook al zo lang geleden. Ik was vier, misschien net vijf jaar oud toen dit voorval zich afspeelde. Het moet dus in 1956 of 1957 zijn geweest. We woonden toen nog aan de Rialaan in Oostvoorne. Niet lang na het voorval zijn we verhuisd naar de Langegeer in Rotterdam-Vreewijk. Van een mooi huis in een dorp waar een groot deel van de familie woonde naar een eenvoudig en in slechte staat verkerend arbeidershuisje in de grote stad waar we opgingen in de grote, onbekende massa.

Het is nu oktober 2013. Ik ben nu 61 en kijk terug op mijn leven. Het is een legpuzzel, waarvan de stukjes op een grote hoop liggen. Her en der liggen delen van de puzzel met stukjes die mooi in elkaar passen, maar het merendeel ligt in grote wanorde door elkaar. Ik bekijk de stukjes stuk voor stuk, probeer ze ergens aan te sluiten, maar meestal moet ik ze weer terzijde schuiven. Die stukjes horen waarschijnlijk bij een ander deel van de legpuzzel. Die vallen later wel op de goede plek. Of zijn er misschien stukjes die helemaal niet in de legpuzzel van mijn leven horen? Ik heb in de 61 jaren die achter mij liggen zoveel stukjes verzameld en ben er zo onzorgvuldig mee om gesprongen dat er wellicht stukjes van meerdere legpuzzels door elkaar zijn gekomen. Misschien probeer ik nu wel de stukjes van werkelijkheid- en droompuzzels aan elkaar te passen.

Het voorval dat ik u beschreef is zo’n puzzelstukje waarvan ik niet zeker weet of het echt gebeurd is of dat het een droom betreft. Voor zover ik mij kan herinneren heb ik het altijd als een droom gezien. Pas onlangs ben ik hier aan gaan twijfelen. Kun je als 4- of 5-jarige zo’n droom hebben en de beelden ruim een halve eeuw later zo scherp op je netvlies hebben staan? Of heb ik die droom niet op die leeftijd, maar pas later gedroomd? Of was het toch geen droom, maar is het wel echt gebeurd? Hoezeer ik mijn hersenen ook pijnig, ik kom er niet uit. Ik kan het puzzelstukje niet kwijt.

Dat van die ‘Moffen’ kan ik nog wel verklaren. Het was immers nog niet zo lang na de Tweede Wereldoorlog en daar zal door mijn ouders ongetwijfeld vaak over zijn gesproken. Maar hoe kom ik aan het beeld van die wezens in pakken met rare slurfmaskers? Ik ben er inmiddels natuurlijk wel achter dat het gasmaskers waren. Maar had ik die als 4-jarige wel eens gezien dan? En had die verhuizing er iets mee te maken? Vragen, vragen, vragen…

Ik betrap mezelf erop dat ik ongemerkt weer terecht ben gekomen bij ‘Het geheim van mijn vader’, waar ik u eerder over vertelde *). Zolang ik niet weet wat het geheim is, breng ik elk vreemd voorval uit mijn jeugd ermee in verband. De meest bizarre theorieën passeren de revue. En ik maak er geen geheim van dat ik me daar zeer voor schaam. Want zeer waarschijnlijk doe ik mijn vader er groot onrecht mee aan. Ik kan me nu de haren wel uit mijn hoofd trekken dat ik het hem niet op de man af heb durven vragen. Als ik er met hem over had gepraat toen het nog kon, had hij me waarschijnlijk uit de droom kunnen helpen.

De neef die mij vertelde op de hoogte te zijn van het geheim, kan binnenkort een telefoontje van me verwachten. Ik wil het nu weten, zodat ik dit stukje van de puzzel op z’n plaats kan leggen.

*) Zie ook: Het geheim van mijn vader
Het geheim van mijn vader (2) – Dilemma

3 replies on “Het geheim van mijn vader (3) – Puzzelstukjes uit mijn jeugd”

  1. Marianne op

    Moet het geen jaren 40 zijn? En mooi, hoe ik je als lezer ook zie groeien. Een jaar geleden had je dat telefoontje nooit durven plegen. Wacht er maar niet te lang mee. Ieder puzzelstuk is er 1. Altijd lekker als je de kant en hoekstukjes al hebt, hoef je alleen nog maar het middenstuk in te kleuren, de basis staat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *