Beetje bang
Een mens lijdt dikwijls ’t meest
Door ’t lijden dat hij vreest
Dat echter nimmer op komt dagen
Zo heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.
Dit gedichtje heb ik in mijn jonge jaren heel vaak gehoord. Het was mijn moeder die de regels vaak en op gedragen toon uitsprak. Ze zal er altijd wel een aanleiding voor hebben gehad om dit gedichtje voor te dragen, maar die weet ik nu niet meer. Nu ik er op terugkijk, vind ik het extra bijzonder dat zij degene was die het gedichtje vaak voordroeg. Zij heeft namelijk haar portie lijden wel gehad. Vijf jaar lang vocht zij manmoedig tegen de kanker die in haar lichaam vernietigend werk deed. In 1979 verloor zij de strijd. Ze was slechts 48 jaren jong.
Heel lang heb ik mezelf voorgehouden dat ik op mijn moeder leek. Als ik in de spiegel keek, zag ik mijn moeder. Dacht ik. Hoopte ik. Maar de wens was de vader –in dit geval de moeder- van de gedachte. Ik lijk helemaal niet op mijn moeder. Uiterlijk in elk geval niet. Natuurlijk heb ik wel het een en ander van haar meegekregen, maar het zijn toch vooral de genen van mijn vader die zich in mij hebben genesteld. Als ik in de spiegel kijk, zie ik mijn vader. Als ik aan mijn kwalen denk, voel ik mijn vader.
Mijn vader was heel anders dan mijn moeder. Hij had lijden tot een manier van leven verheven. Dat zat er al vroeg bij hem in. Als hij bijvoorbeeld zijn grote teen stootte, maakte hij zoveel misbaar dat wij het telefoonboek pakten om alvast een begrafenisondernemer te bellen. Mijn vader zou het niet lang meer maken, zo leidden wij uit zijn ‘toestand’ af. Later, toen hij te horen kreeg dat hij huidkanker had, verklaarde hij zichzelf stervende en kreeg hij het voor elkaar dat er een ziekenhuisbed in de huiskamer werd gezet. Daar heeft hij nog een flink aantal jaren in redelijke gezondheid op doorgebracht. “Uw vader heeft een groot gevoel voor drama”, zei zijn huisarts eens tegen mij.
Het is geenszins mijn bedoeling mijn vader belachelijk te maken of hem naar beneden te halen. Ik denk nog altijd met veel respect aan hem en ik koester de herinneringen uit mijn jeugd. Vele uren bracht ik met mijn vader door in de tijd dat hij werkzaam was als melkboer, verzekeringsman en bestelchauffeur. Ik vond het fantastisch om met hem mee te gaan. Helaas is er later ook een periode gekomen dat wij elkaar niet meer begrepen en vaak botsten. Ik snapte niet waarom hij zo opging in zijn ‘lijden’, niet de strijd aanbond. Ik zag het als een roep om aandacht. Maar was het dat wel? Handelde hij misschien zo uit angst?
Ik ben bang. Dat mag u best weten. Bang voor wat ik volgende week van de neuroloog te horen krijg. Ik weet het nog niet eens, maar ik ben nu al bang. Misschien valt het allemaal reuze mee, maar toch… Ik heb hersenen met witte stippen. En die witte stippen horen daar niet, zo zei de neuroloog. Vorige week was ik bij hem voor de uitslag van een mri-scan. De scan was gemaakt om te kijken of er wellicht sprake was van beschadiging of slijtage van ruggenwervels. Nadat de arts mij met zijn gebruikelijke “ga lekker zitten” in zijn kamer had ontvangen, draaide hij het beeldscherm van zijn computer een kwartslag. Zonder waarschuwing vooraf. De tekst “de volgende beelden kunnen schokkend zijn” was wat mij betreft op z’n plaats geweest. Ik schrok me gek van het beeld dat ik op het scherm zag. Dat was ik. Maar dan niet van de buitenkant. Nee, ik zag hoe ik er van binnen uitzie. Ik kan niet zo goed tegen dat soort beelden. Ik moest dan ook echt iets overwinnen om ernaar te kijken. Ik zag mijn wervelkolom. Mensen die mij kennen, weten dat ik een laag zelfbeeld heb en dat ik vaak twijfel of ik wel een ruggengraat heb. Die heb ik. En die is ook nog dik in orde. Geen beschadiging of slijtage. Ik wilde net opgelucht ademhalen, toen de arts zijn uitleg liet volgen door een “maar”. Hij scrolde omhoog naar mijn hoofd en zette de cursor op een zwarte vlek. Die zwarte vlek is onderdeel van mijn hersenen –die heb ik dus ook- en hoort daar dus. In die zwarte vlek zag ik ook wat witte stippen. Die horen daar dus niet. Afgelopen maandag is een nieuwe mri-scan gemaakt om de stippen nader te onderzoeken. De arts liet nog wel doorschemeren dat de stippen heel goed de oorzaak kunnen zijn van de klachten (spierkrampen en brandend gevoel in de benen) waarvoor ik naar hem ben doorverwezen.
“Haal je nou niks in je hoofd”, zei mijn zwager, nadat ik hem tijdens zijn wekelijkse woensdagavondbezoek op de hoogte had gebracht. “Dat hoeft niet”, antwoordde ik. “Het zit er al.” Het was mijn laatste gevatte opmerking. Daarna ben ik gaan piekeren en heb ik alle mogelijke doemscenario’s voorbij zien komen. Opeens moest ik aan mijn ouders denken. Ik ga niet het zelfde doen als mijn vader, maar ik begrijp hem nu wel. Denk ik. Angst doet rare dingen met een mens. Ik ga er bijvoorbeeld van hyperventileren en daar word ik dan weer extreem duizelig van. Ik moet ontspannen, houd ik mezelf voor. En dus kijk ik nu op Netflix een serie. Angst doet rare dingen met een mens. Ik heb in mijn leven nog nooit een serie gekeken.
Ik doe mijn best mijn leven zo normaal mogelijk te leiden. Ik weet immers nog niet wat die witte stippen in mijn hoofd betekenen. Dat hoor ik over een week. Ik ben bang dat ik tot die tijd nog wel een beetje bang ben.
Niet zo gek dat je bang bent en vreest voor wat er mogelijk aan de hand is. Heel veel sterkte, Gert!
Bang zijn mag Gert, dat is heel menselijk. Je zult noodgedwongen moeten afwachten tot volgende week en dan is het inderdaad wel handig om de massa met die witte stippen wat afleiding te bezorgen. Sterkte hoor!!
Dat je bang bent is zo begrijpelijk. De vlekjes horen daar niet en tot je de uitslag krijgt is het heel spannend….
Gert, ik zou ook bang zijn, heel erg zelfs. Wie zou dat nu niet zijn? Men zegt wel dat iemand positief moet blijven tot….. enz. enz., maar dat is altijd gemakkelijk gezegd, jij hebt die mri ondergaan en jij moet wachten op bericht!! Sterkte!
Ik kan me je angst volkomen voorstellen. Ik zou me gegarandeerd hetzelfde voelen.
Het zal geen gemakkelijke week worden. Ik wens je alle sterkte van de wereld.
Beste Gert, Super logisch dat je bang bent! Dat zou iedereen zijn in deze situatie. Ik kan alleen maar duimen dat het allemaal meevalt. Dus duimen zal ik! Want je bent een geweldige vent. Eentje die zijn angsten durft te delen. Dat is hartstikke stoer! Warme groet, Ton
Beste Gert
Ken er weinig die hun begrijpelijke angst zo mooi kunnen opschrijven Duim voor je en wens je heel veel sterkte komende week en daarna.
Groet Jeroen
Beste Gert,
Laat je angst maar vrij
want samen staan, zij aan zij
keert wellicht het tij.
Sterkte en kracht toegewenst!
Hartelijke groet, Paul
Wat kun je toch prachtig schrijven Gert! Zelfs bij angst en de spanning die je doormaakt, tover je een glimlach tussen de regels door. Angst doet inderdaad rare dingen met een mens, blijf afleiding zoeken.
Ik wens je heel veel sterkte en ook ik duim voor jou, op een goede uitslag.