Vervoegen
Ik ben opgegroeid in een gereformeerd nest. Grootgebracht met het scheppingsverhaal. God schiep de hemel en de aarde én de mens. Ik ben een mens, en dus geschapen. En ik ben best goed geschapen. Ik ben er wel tevreden mee. Natuurlijk zijn er wel een paar kleine dingetjes die misschien beter hadden gekund. Dat heb je altijd. Daar hadden mijn ouders, toen ik bijna 63 jaar geleden werd opgeleverd, dan op moeten aandringen. Dat hebben ze niet gedaan. Ze vonden me goed zoals ik was. Alles aan me was destijds nog klein. Dan zie je onvolkomenheden nog niet zo goed. Ondanks die paar kleine dingetjes die misschien beter hadden gekund, durf ik te zeggen dat ik toch best goed geschapen ben.
Terug naar het scheppingsverhaal. God schiep dus de aarde. Hij wordt daarom vaak de Schepper (met een hoofdletter S) genoemd. Ik schep ook wel eens aarde. Als ik daarop terugkijk, kan ik echter niet zeggen dat ik aarde schiep. Ik was dan wel even een schepper (met een kleine s), maar ik schiep niet. Ik schepte. Je hebt namelijk scheppen en scheppen. En het ene scheppen is het andere scheppen niet. Ik schep nu verwarring, ik weet het. Maar dit is niet mijn schuld. Dit is de schuld van degene die de Nederlandse taal heeft geschapen. Degene die de Nederlandse taal heeft bedacht, kwam woorden tekort en heeft daarom een heleboel woorden meerdere betekenissen gegeven. Slim bedacht, zou je op het eerste gezicht zeggen, maar dat is het niet. Door woorden meerdere betekenissen te geven, heb je namelijk meer woorden nodig om de woorden te duiden. Je moet hele zinnen maken en daar heb je nog meer woorden voor nodig. Voorbeeld: ‘Het is licht.’ Dan kun je denken dat het niet donker is, maar het kan ook betekenen dat het niet zwaar is. Nog een voorbeeld: ‘Ik ben voor.’ Dat kan inhouden dat je niet achter bent, maar misschien wil je duidelijk maken dat je ergens niet tegen bent. Soms lijkt iets duidelijk, terwijl het dat niet is. Neem bijvoorbeeld: ‘Het is rood.’ Helder: Het is rood. Maar wat is ‘het’?
Kortom, de Nederlandse taal is verwarrend en niet efficiënt. We hebben te veel woorden nodig. Dat stoort me. Daarom heb ik besloten om orde in de taalchaos te scheppen. Het Nederlands moet efficiënter en logischer. Ik begin met de werkwoorden, want zoals het daarmee nu werkt, werkt het niet. Degene die de Nederlandse taal heeft bedacht, heeft er een onlogische puinhoop van gemaakt met sterke en zwakke werkwoorden die op verschillende manieren worden vervoegd. Dat geeft met name verwarring bij werkwoorden met de zelfde klank. Het werkwoord varen kent een sterke vervoeging: varen – voer – gevaren. Het werkwoord baren -wat in mijn optiek een uitermate sterk werkwoord is-, heeft een zwakke vervoeging: baren – baarde – gebaard. Dat wordt in mijn nieuwe Nederlands anders. Waar werkwoorden met de zelfde klank verschillend vervoegd worden, kies ik voor de sterke vervoeging. Het wordt dus: varen – voer – gevaren en baren – boer – gebaren. Kijk dus niet vreemd op als u over een tijdje een net bevallen vrouw hoort zeggen: “Ik boer een kind.” Bijkomend voordeel: het maakt een bevalling een stuk minder zwaar.
Bij werkwoorden als lopen, slopen en kopen, heeft de bedenker van onze taal er helemaal een zooitje van gemaakt: lopen – liep – gelopen; slopen – sloopte – gesloopt; kopen – kocht – gekocht. Hier gaat mijn voorkeur uit naar de vervoeging van lopen, maar kies ik toch voor de vervoeging van kopen. Dit om verwarring te voorkomen. Slopen – sliep – geslopen kan verwarrend werken als je het werkwoord slapen gaat vervoegen. Het wordt dus slopen – slocht – geslocht en lopen – locht – gelocht.
Tot slot nog een paar voorbeelden van vervoegingen nieuwe stijl.
Zitten – zat – gezeten
Spitten – spat – gespeten
Slijpen – sleep – geslepen
Pijpen – peep – gepepen
Scheren – schoor – geschoren
Leren – loor – geloren
Heffen – hief – geheven
Beffen – bief – gebeven
Zenden – zond – gezonden
Wenden – wond – gewonden
In het laatste voorbeeld moet ik om doublures te voorkomen nog wel een andere vervoeging van het werkwoord winden bedenken. U ziet, het vereenvoudigen van de Nederlandse taal is nog niet zo eenvoudig. Ik houd me dan ook aanbevolen voor tips en ideeën. Als u suggesties heeft, kunt u zich bij mij vervoegen.