Verjaardags’feest’
Morgen is het 15 mei. De dag waarop Tiny jarig zou zijn geweest. Ze zou 62 zijn geworden. Maar Tiny is er niet meer. Al acht jaar niet meer. Dus wordt er hier morgen geen verjaardag gevierd. Of ik er morgen nog op een speciale manier bij stilsta, weet ik nu nog niet. Haar ‘verjaardag’ is al een aantal jaren aan me voorbij gegaan. Niet aan gedacht. Het was gewoon een dag als alle andere dagen. Niet aan herinnerd door een verjaardagskalender. Die heb ik enkele jaren geleden uit mijn toilet verwijderd. Ik moest te veel namen doorstrepen.
Ik weet nog dat ik vroeger bij mijn opa op bezoek ging. En als ik dan bij hem het toilet bezocht, viel mijn oog op de verjaardagskalender. Elke keer als ik bij hem kwam, was er op de kalender wel weer een naam doorgestreept. Mijn opa zette er dan ook een kruis achter. Weer iemand die er niet meer was. Ik vond dat helemaal niets, die doorgestreepte namen en die kruisjes. Op zich was het natuurlijk wel handig, want je kon dan zien bij wie je niet meer op verjaardagsvisite hoefde of een kaart moest sturen. Maar ik vond het nogal cru.
Daarom heb ik de verjaardagskalender weggegooid. Dan hoef ik geen namen meer door te strepen. Dat ik daardoor verjaardagen vergeet, is een nadeel dat ik op de koop toe neem. Wie op zijn of haar verjaardag door mij gefeliciteerd wil worden, moet op Facebook maar vriend met me worden. Want Facebook geeft de verjaardagen van mijn vrienden keurig door.
Ik heb het eerlijk gezegd niet zo op verjaardagen. Kringgesprekken noem ik ze. Ik ga er altijd met oprechte tegenzin heen. Ik voel me altijd een indringer als ik een kamer vol visite binnenkom. Als je nog in de gang staat om op de overvolle kapstok een plekje voor je jas te zoeken, hoor je vanuit de kamer het geroezemoes van de mensen die er al zijn en in groepjes met elkaar praten. Ze zitten in een kring, maar er is geen goede gespreksleider. Er zijn altijd wel drie of vier groepjes afzonderlijk van elkaar in gesprek. Als ik dan de kamer binnenkom, valt het eerste groepje stil om mijn felicitaties, middels hand schudden en waar nodig drie zoenen, in ontvangst te nemen. Aangekomen bij het tweede groepje hoor ik het eerste groepje het gesprek hervatten.
Als ik de hele kring langs ben geweest, zoek ik een vrij plekje. Alle groepjes zijn inmiddels alweer volop met elkaar in gesprek. Ik kijk dan wat hulpeloos om me heen en probeer op te vangen wat her en der besproken wordt. Dat gaat me heel slecht af. Ik heb namelijk twee oren. En in elk oor komen flarden van de verschillende gesprekken binnen. In mijn hoofd klitten de flarden samen in een onontwarbare kluwen van klanken. Na een uur kijk ik heimelijk op de klok. Ik zie dat ik er pas tien minuten ben…
Ik heb niets met verjaardagen. Ook niet met mijn eigen verjaardag en die van de kinderen. Je werkt je op zo’n dag het apelazarus. Buienradar in de gaten houden om te zien of we buiten kunnen zitten. Zo ja, stoelen buiten in een kring zetten. Zo nee, eettafel aan de kant schuiven en stoelen binnen in een kring zetten. Bij twijfel, eettafel aan de kant schuiven en de stoelen toch maar buiten in een kring zetten. Vervolgens visite ontvangen, iedereen constant van hapjes en drankjes voorzien en proberen flarden van gesprekken op te vangen.
Morgen is het 15 mei. Een verjaardag die we niet meer kunnen vieren. Een verjaardag die ik de afgelopen jaren ook gewoon vergeten ben. Maar nu niet. Dat komt door een gesprek dat ik gisteren had met mijn huisarts. Mijn eigen vertrouwde huisarts, deze keer. De man die mij en mijn gezin door en door kent en die ons acht jaar geleden heel goed heeft begeleid. Ik had een afspraak met hem gemaakt omdat ik maar zo’n verdrietig gevoel blijf houden *). We hadden een goed gesprek. Op een gegeven moment boog hij zich enigszins naar mij toe en vroeg, terwijl hij me aankeek: “Heb jij wel goed om Tiny gerouwd?” En toen kwamen de tranen. “Ik moest door”, stamelde ik, terwijl ik krampachtig probeerde mijn tranen tegen te houden. “Ja, je kinderen waren nog jong en je wilde er voor hen zijn”, sprak de huisarts. “Maar ik denk dat nu het moment is gekomen om aan jezelf te denken. Om te rouwen. Dat is niet alleen goed voor jezelf, maar het is ook in het belang van je kinderen en je vriendin.” Hij heeft gelijk, bedacht ik terwijl ik naar huis reed en de tranen over mijn wangen voelde rollen. Vanaf nu laat ik mijn verdriet toe, opdat ik straks opgeruimd en gesterkt de toekomst tegemoet kan gaan.
Alleen volgende week even niet. Dan is mijn vriendin jarig. De eerste verjaardag die ik met haar mag vieren. Ik ga al vroeg naar haar toe. Om de stoelen in een kring te zetten…
*) Zie mijn vorige verhaal Geveld.
wederom een prachtig (ont)roereitje
Tiny had gewild dat je weer gelukkig zou worden kerel.
Ik heb haar nooit gekent, maar dat stel ik me zo voor.
Het wordt tijd dat Gert weer de ouwe Gert gaat worden.
Tiny zou niets liever willen dat Gert weer gelukkig wordt.
Tiny zou zich denk ik schuldig voelen.
Het wordt tijd dat Gert het leven weer omarmt, zijn nieuwe vriendin omarmt en Tiny in zijn hart mee verder neemt.
Ik zie het voor me: Tiny die vanuit de ‘cloud’ trots op je is, zoals je het gezin in je eentje hebt weten te runnen. En dubbel trots nu je je levenspad afstoft en je weg vervolgt, nog wat onwennig op je nieuwe schoenen maar met het zonnetje in je gezicht. Zet hem op, ga ervoor, het is je gegund!
Lieve Gert, ik ben ontroerd door je verhalen, je “eitjes”. Hoop dat je je levensplezier weer vindt, want dat verdien je!
Mijn reactie op je vorige eitje werd nu ingehaald door je huisarts. Had ook het gevoel dat je noodgedwongen doordenderde in het nu, en daarmee jezelf tekort deed. Ik denk dat de rust die je nu vindt bij je vriendin ook weer de ruimte gaf aan dat weggestopte stukje Gert. Laat het maar toe. Je hebt een veilige opvang. Het kan nu. Veel geluk, lieverd.