Poespas
Ik dacht dat ik het allemaal goed voor elkaar had. Maar niets is minder waar. Ik heb een probleem. Zeg maar gerust een heel groot probleem. En ik weet niet zo goed hoe ik het moet oplossen.
Het probleem is een aantal weken geleden ontstaan. Het heeft te maken met het feit dat er een nieuwe liefde in mijn leven is verschenen. Ik wist niet dat ik het nog kon, maar ik ben tot over mijn oren verliefd. Dat is toch geen probleem, dat is juist heel fijn voor je, zie ik u nu denken. Dat is het ook. Maar het heeft mijn leven ook behoorlijk op z’n kop gezet. Ik heb mijn gezin, mijn huishouden, mijn baan en nu dus sinds kort ook mijn liefje. En iedereen wil graag dat ik zoveel mogelijk tijd en aandacht aan ze besteed. Dat probeer ik ook te geven, maar u weet, ik ben ook de jongste niet meer en multitasken is nooit mijn sterkste punt geweest. Kortom, verliefd zijn is fantastisch, maar het vraagt nogal wat van mijn organisatievermogen om mijn tijd en aandacht zo goed mogelijk te verdelen.
Met een aantal praktische zaken ben ik er nu wel uit. Waar het weekend voorheen voor de boodschappen en de was was, was ik nu doordeweeks tussen de bedrijven door. En de weekendboodschappen kunnen op vrijdagmiddag worden gedaan. Daar zit het probleem dus niet.
Het probleem ligt op het emotionele vlak. We hebben hier te maken met een bijzondere gezinssituatie. De afgelopen acht jaar hebben wij het met z’n drietjes moeten zien te rooien. Daar ga je naar leven. Mijn aandacht was altijd voor mijn gezin. En dan stapt er opeens een voor hen vreemde mevrouw ons leven binnen. Natuurlijk heb ik hier uitgebreid met mijn kinderen over gesproken. Ze gunnen me mijn geluk, maar ze moeten ook nog aan het idee wennen. Vooral aan het feit dat ik nu met name in het weekend vaak langdurig van huis ben. Gelukkig heeft mijn vriendin begrip voor de situatie en we hebben dan ook een soort omgangsregeling afgesproken waarbij iedereen zich goed voelt. Dat is dus ook het probleem niet.
Ik zie u nu wat ongeduldig worden, want u wilt weten wat het probleem dan wel is. Dat zal ik u zeggen. Ik dacht dat ik de nieuwe situatie met iedereen goed had besproken. Ik heb echter een belangrijk lid van ons gezin over het hoofd gezien. Een lid van ons gezin dat ik niet in de besprekingen heb betrokken: de poes. Als ik nu na een verblijf bij mijn geliefde thuiskom, krijg ik te horen dat de poes niet ging slapen, geen brokjes wilde en de hele avond voor het raam zat om te kijken waar ik nou toch bleef. Aanvankelijk haalde ik hier mijn schouders over op. Ja hoor, dacht ik, wat een heisa om de poes. Alsof de poes hier zo’n poespas van zou maken. Maar het is waar. Dat de poes niet slaapt, niet eet en de hele tijd voor het raam zit, weet ik natuurlijk niet. Want dan ben ik er niet. Maar dat de poes uit haar doen is, heb ik inmiddels wel ervaren. Als ik na een verblijf bij mijn geliefde thuiskom, kijkt de poes me aan met een blik die zegt: “Zo, kom je hier ook weer eens kijken.” Dan komt ze op de bankleuning naast me zitten en snuffelt aan de mouw van mijn overhemd. Als ik haar dan wil aaien, draait ze zich om en gaat demonstratief met haar rug naar me toe zitten.” Dat is dus het probleem.
Wat ik ook probeer en hoezeer ik ook mijn best doe om het goed te maken met de poes, er is een kloof tussen ons ontstaan. Ik probeer haar nu met biefstuk, forel en dure, in overheerlijke saus gedrenkte kattenbrokjes gunstig te stemmen. Het werkt niet. Haar trots is gekrenkt. Ik heb haar niet betrokken bij de besprekingen. En dat laat ze duidelijk merken.
Die is niet voor de poes, die jaloerse poes! En ze steekt ook haar tong nog uit! Wat een kattige dame! 😉
Wist je dan nog niet dat de poes de baas is? Vanuit die overtuiging gezien heb je het toch wat onhandig aangepakt.