Operatie man
Ik ben een man. Niet van nature, hoor. Nee, er is een man van me gemaakt. In 1973 om precies te zijn. Later dan gepland, want het was aanvankelijk de bedoeling dat de transformatie al in 1971 zou plaatsvinden. Toen kon ik echter de dans nog ontspringen door in dienst te treden bij de Belastingdienst en de opleiding tot adjunct-commies te gaan volgen. Maar halverwege deze opleiding vond de overheid het kennelijk toch onverantwoord dat ik als 20-jarige nog altijd niet als man door het leven ging. En dus werd ik op een koude januaridag in 1973 verwacht in de Frederik Hendrikkazerne in Blerick.
Ik heb er ongeveer twee maanden gebivakkeerd. Ik leerde er in de pas te lopen en werd opgeleid tot 1-tonnerchauffeur. Het leverde me een vrachtwagenrijbewijs op. Dat heb ik na mijn diensttijd overigens laten verlopen, want wat moest ik daar als belastingambtenaar mee? Op het moment dat ik het document kreeg uitgereikt, voelde ik me echter wel een echte kerel. Maar daar dachten ze bij Defensie heel anders over. Ik had dan wel mijn eerste stappen op weg naar het man zijn gezet, een echte man was ik natuurlijk nog niet. Daar was, zo vond men bij Defensie, nog wel zo’n anderhalf jaar voor nodig.
Na het afronden van de opleiding mocht iedereen van mijn lichting 73-1 een lang weekend naar huis. Iedereen. Behalve ik. Mijn aanwezigheid was vereist bij de 43ste afdeling veldartillerie in Havelte. Er stond namelijk een grote oefening in Duitsland op het programma. En dus werd ik met mijn plunjebaal in een VW-combi gezet en naar Havelte gereden. Tijd om te acclimatiseren en kennis te maken met mijn kamergenoten kreeg ik niet. De volgende dag al ging het in colonne richting Lüneburgerheide. Ik kreeg een 1-tonner toegewezen. In mijn herinnering de S36. Wat ik nog wel zeker weet, is dat het voertuig uit 1953 stamde. De wagen en ik waren dus bijna even oud.
De oefening in Duitsland was geen succes. Volgens mijn papieren had ik de functie van chauffeur en radiotelefonist. Voor die laatste functie was ik echter niet opgeleid. Dat was echter volgens mijn meerderen geen probleem. Hoe moeilijk kon het zijn? En dus kregen mijn begeleider, wachtmeester Van Schie, en ik de opdracht de 1-tonner een eind buiten het kampement te parkeren, een zendmast op te zetten en het kamp te waarschuwen als wij de ‘vijand’ zouden zien. Een niet geheel ongevaarlijke en verantwoordelijke klus, dus. Een klus voor echte mannen. Wachtmeester Van Schie en ik hebben ons met de grootst mogelijke inzet van onze taak gekweten. Maar wat wij ook probeerden, we kregen de radio-apparatuur niet werkend. We hebben het kamp dus niet kunnen waarschuwen toen wij door de ‘vijand’ werden ‘overmeesterd’.
Hoewel ik op grond van bovenstaande van mening was dat ik nu wel in aanmerking kwam voor het diploma ‘Man’, hield Defensie vast aan de voorgeschreven periode van ruim anderhalf jaar, voornamelijk door te brengen in de Johannes Postkazerne in Havelte. En in die periode ben ik pas echt een man geworden. Liggend op mijn rug onder mijn 1-tonner. Dag in, dag uit, week in, week uit een bokkenpoot in een emmertje kerosine dopend om de onderkant van het voertuig schoon te poetsen. Om de 1-tonner vervolgens naar de garage te rijden voor een onderhoudsbeurt. De leidinggevende wachtmeester liep dan om het voertuig heen, bekeek de onderkant en kwam dan vervolgens met de opmerking: “Smerig. Hier gaan we niet aan werken. Ga maar weer poetsen. Kom over een week maar weer terug.” En zo ging dat week in, week uit, maand in, maand uit. Zo ben ik dus een man geworden.
“Hoe lang heb jij deze auto nu eigenlijk al?”, vroeg mijn zoon nog niet zo lang geleden.
“Bijna twee jaar”, antwoordde ik. “Hoezo?”
“Heb jij je auto in al die tijd wel eens gewassen?”, vroeg mijn zoon.
“Niet dat ik weet”, moest ik toegeven. “Maar het moet wel gebeuren, want hij moet binnenkort naar de garage voor een onderhoudsbeurt.”
“Zal ik ‘m dan voor je door de wasstraat rijden?”, stelde hij voor.
“Nou, graag”, zei ik.
Hij heeft het gedaan. En ik ben reuze trots op hem. Mijn jongen is nu officieel een man.