De nieuwe Sint

Het is zaterdag 19 november 2016. Het is een koude en mistige dag. Bij de haven van Almere wachten duizenden kinderen en hun ouders achter dranghekken. Ze zingen en ze springen, want ze zijn zo blij. En het helpt ook goed tegen de kou. Voor de dranghekken staan militairen met blauwe helmen. In de lopen van hun geweren hebben ze gekleurde veren gestoken, om te laten zien dat hun missie vredelievend is. Zij zijn speciaal door de Verenigde Naties ingevlogen om erop toe te zien dat de Sinterklaasintocht ordelijk en volgens de VN-regels verloopt, want dit jaar moet het Sinterklaasfeest voor het eerst volgens die regels gevierd worden.

Plotseling gaat in de menigte wachtenden een gejuich op. In de verte is namelijk een oude stoomboot te zien. “Daar komt zij, daar komt zij”, zingen de kinderen, want zij weten dat Sinterklaas dit jaar een Sinterklazina is. Dat is zo door de Verenigde Naties bepaald. Achter de stoomboot varen twee enorme luxueuze jachten. Aan boord van deze twee schepen bevinden zich internationale waarnemers uit alle werelddelen. Ook zij moeten erop toezien dat de VN-regels niet worden geschonden.

De stoomboot komt langzaam dichterbij. Sinterklazina zwaait naar de kinderen op de kade. Om haar heen springen en zwaaien veelkleurige Pieten en Petra’s. Ze zijn er in allerlei kleuren: rood, groen, roze, paars, geel, blauw, oranje en ja… zelfs een zwarte. Na een week van dag en nacht vergaderen werd met een krappe meerderheid van stemmen een VN-resolutie aangenomen waarin één zwarte Piet of Petra werd toegestaan.

Als het gezelschap even later voet aan wal heeft gezet, wordt Sinterklazina toegesproken door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. De burgemeester van Almere wil daarna ook nog wat zeggen, maar hij wordt resoluut opzij geduwd. Een woordje van hem staat niet in het VN-draaiboek. Het is tijd voor een tocht door de stad. Sinterklazina wordt op een paard geholpen. Een bruin paard dit jaar, zo is in de VN-regels vastgelegd. De Pieten en Petra’s moeten de tocht te voet maken. Er mocht van de VN nog wel iets van de traditie bewaard blijven. Bovendien, zo werd becijferd, zou vervoer voor dit gezelschap veel te duur worden.

De stoet komt in beweging. De kinderen achter de dranghekken roepen “Sinterklaas” en spreken elke Piet en Petra aan met zwarte Piet. De militairen kijken vertwijfeld naar de internationale waarnemers die zich in open koetsen in de stoet bevinden. De waarnemers geven de militairen een teken dat zij het gehoord hebben, maar dat ingrijpen niet nodig is. Dit is zo ingeburgerd en moet nog slijten, geven zij later in hun rapporten aan. Bovendien gaat het om kinderen.

Een man in het publiek zingt: Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht. De waarnemers in de koetsen komen overeind. Dat is voor vier militairen het sein om over de dranghekken te springen en de man met harde hand af te voeren. Dergelijk provocerend gedrag van een volwassene wordt niet getolereerd.

De stoet trekt in hoog tempo door de stad. Tijd om even stil te staan bij de kinderen in het publiek is er niet. De rode, groene, roze, paarse en anders gekleurde Pieten en Petra’s delen razendsnel pepernoten uit. In elk uitgestoken kinderhandje leggen zij één pepernoot. De kinderen kijken beteuterd naar de karige traktatie. De Pieten en Petra’s begrijpen de teleurstelling van de kinderen, maar zij mogen niet meer dan één pepernoot per kind uitdelen. Door de inzet van militairen en waarnemers is het budget voor de intocht al fors overschreden.

Na afloop van de intocht is het stil in Almere. De kinderen en hun ouders zingen niet en ze springen niet, want ze zijn niet blij. “Vroeger…”, verzucht een moeder als zij met een teleurgesteld kind huiswaarts keert.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *