Indianenverhaal

“Wat gaan we vandaag eten?” Deze vraag stel ik dagelijks aan mijn kinderen. Ik stel de vraag, maar ik weet hun antwoorden al. “Ik zou het niet weten”, is steevast het antwoord van mijn zoon. “Iets gezonds”, roept mijn dochter. “Maar niet met aardappelen.” Mijn dochter is namelijk aardappelmoe. Die aardappelmoeheid heeft ze niet van een vreemde, want ik ben ook niet meer zo’n aardappeleter. Mijn zoon is wel dol op aardappelen, maar dan wel gefrituurd. Als hij ooit het huis uit gaat, zal zijn enige kookgerei waarschijnlijk bestaan uit een frituurpan. Of misschien twee. Eén voor de patat en één voor de frikandellen en hamburgers. Maar dit terzijde.

Ik ben grootgebracht met aardappelen. Vrijwel dagelijks verscheen er vroeger bij ons thuis een pan met gekookte aardappelen op tafel. “Aardappelen zijn goed voor je”, hield mijn moeder mijn zus en mij voor. Het werd ons met de paplepel ingegoten. Op zich natuurlijk niet handig, want aardappelen kun je veel beter met een vork eten. Dan kun je ze prakken of aan je vork prikken. Maar dit terzijde.

Mijn moeder kookte de aardappelen en de groente apart van elkaar. De pannen werden -uiteraard nadat de groente en de aardappelen waren afgegoten- op tafel gezet. Het was dan de bedoeling dat je uit beide pannen wat op je bord schepte en dat dan door elkaar ging prakken. De warme maaltijd werd bij ons dan ook altijd op z’n Rotterdams ‘prakkie’ genoemd. De doorelkaar geprakte substantie overgoot je dan met wat jus. Daarbij kreeg je dan een klein stukje vlees. Vaak draadjesvlees. Als ik er zo op terugkijk, deed mijn moeder dat eigenlijk niet handig. Ze had net zo goed de aardappelen en groente in één pan kunnen koken en na het afgieten in de pan door elkaar kunnen prakken. Had toch weer wat afwas bespaard. Maar waarschijnlijk kookte mijn moeder de aardappelen apart zodat wat overbleef dienst kon doen als toetje. Het restant gekookte aardappelen werd dan over de borden verdeeld en overgoten met karnemelk. En ik vond dat vroeger nog lekker ook. Maar dit uiteraard weer terzijde.

Goed beschouwd zijn aardappelen helemaal niet bedoeld om te eten. Ze zitten immers niet voor niets onder de grond, zodat je ze niet ziet. Maar toch is er ooit, in een heel ver verleden, iemand geweest die kennelijk in de grond heeft zitten wroeten en de aardappel heeft gevonden. En ooit, in een heel ver verleden, is er iemand geweest die heeft bedacht dat je die rare knollen moet schillen en ze in water gaar moet koken. En ooit, in een heel ver verleden, heeft iemand ontdekt dat aardappelen een kooktijd van ongeveer twintig minuten nodig hebben om gaar te worden. Zonder kookboek, zonder internet. Dat is toch geniaal?

Ik probeer me voor te stellen hoe dat ooit, in een heel ver verleden, gegaan moet zijn. Nu doen over de geschiedenis van de aardappel allerlei indianenverhalen de ronde. Zo heb ik gelezen dat Spaanse ontdekkingsreizigers in 1536 de aardappel tegenkwamen bij de Inca’s. Een indianenverhaal dus. Maar stel -stel hè, want het is een indianenverhaal- dat het waar is…~~~

~~~ Het is een warme zomerdag. Potato –ik noem ‘m maar even zo, want ik ben niet zo sterk in het bedenken van indianennamen- baant zich een weg door de jungle. Hij heeft zich door zijn vrouw het bos in laten sturen om de avondmaaltijd bij elkaar te jagen. Zeer tegen zijn wil, want Potato had helemaal geen zin om te jagen. “Kun jij niet een keer gaan jagen?”, had hij zijn vrouw gevraagd. Ze had hem boos aangekeken. “Nee, jij bent hier de man in de wigwam. Jagen is mannenwerk”, was haar antwoord. “We kunnen ook wat via Thuisbezorgd bestellen”, had Potato nog geopperd. Zijn vrouw had naar haar voorhoofd gewezen. “We hebben hier geen WiFi, dombo.” En dus baant Potato zich een weg door de jungle.

Nadat hij een uurtje of twee heeft gelopen zonder ook maar een prooi in het vizier te krijgen, besluit Potato even uit te rusten. Hij gaat op een omgewaaide boom zitten. ‘Ik moet wat te eten vinden’, denkt hij. ‘Ik kan niet met lege handen thuiskomen. Leefden we maar in 2015. Dan ging ik gewoon even naar AH of de Jumbo.’ In de verte klinkt het getrompetter van een olifant. “Mijn vrouw lust geen olifant. Maar dit terzijde”, mompelt Potato. Hij kijkt om zich heen. Zijn oog valt op een paar planten die in bloei staan. ‘Mooie bloemen’, denkt Potato. ‘Ik zal er een paar plukken. Misschien dat een mooie bos bloemen mijn vrouw gunstig zal stemmen als ik zonder eten thuiskom.’

Potato plukt een bloem. Dan realiseert hij zich dat ze thuis helemaal geen vaas hebben om de bloemen in te zetten. ‘Dan maar de hele plant meenemen’, denkt Potato. Hij wroet met zijn handen in de aarde om de wortels vrij te maken. Met de wortels legt hij ook een soort knollen bloot. “Krijg nou wat!”, roept hij uit. “Wat zijn dat nou voor rare dingen?” Hij raapt een knol op en bekijkt hem aandachtig. ‘Misschien kun je ze wel eten’, denkt hij en hij zet zijn tanden er in. “Niet dus”, zegt hij, terwijl hij wat aarde uitspuugt. Na enig nadenken, besluit hij toch om de knollen mee naar huis te nemen. Hij propt de zak van zijn lendendoekje vol en keert wigwamwaarts.

Eenmaal thuis laat Potato de toorn van zijn vrouw gelaten over zich heen komen. “Wat ben jij voor een jager? Ik heb honger. Al was je maar met een muis thuisgekomen. Wat heb je in vredesnaam in de jungle uitgespookt? Je bent helemaal vuil. Ga eerst maar even douchen. En gooi dat lendendoekje meteen in de wasketel. Dat ziet er niet uit, zo smerig. De wasketel staat al op het vuur”, ratelt de vrouw. Potato loopt naar de badkamer en gooit in het voorbijgaan zijn lendendoekje in de wasketel, waarin het water al kookt.

“Zeg vrouw”, roept Potato enige tijd later vanuit de badkamer. “Ik kan nergens een schoon lendendoekje vinden.” “Hoe lang is het geleden dat je je lendendoekje in de wasketel hebt gegooid?”, roept zijn vrouw terug. “Een minuut of twintig”, roept Potato. “O”, antwoordt zijn vrouw. “Dan zal het nu wel schoon zijn.” En zo is dus de kooktijd van aardappelen ontdekt. ~~~

~~~ “Wat gaan we vandaag eten?”, vraag ik aan mijn kinderen. “Ik zou het niet weten”, antwoordt mijn zoon. “Iets gezonds”, roept mijn dochter. “Maar niet met aardappelen.”

One reply on “Indianenverhaal”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *