Bekeuring
Veifgever: Hélène Ouwerkerk
Woorden: lachen – brug – rood – kippen – draak
Natuurlijk ziet Johan dat het verkeerslicht in de verte van groen op oranje springt. Natuurlijk kan Johan zijn voet van het gaspedaal halen en afremmen. Maar dat doet hij niet. Hij kijkt naar het kruispunt dat hij met hoge snelheid nadert. Er is op deze stille zondagochtend geen verkeer te zien. Johan trapt het gaspedaal van zijn oude Opeltje nog wat dieper in.
Als hij over het kruispunt is neemt Johan weer wat gas terug. Dan ziet hij tot zijn schrik dat hij wordt ingehaald door een politieauto met daarin twee agenten. Waar die auto zo snel vandaan komt, weet Johan niet. Feit is dat de agenten er als de kippen bij zijn om hem staande te houden. ‘Volgen’ leest Johan de verlichte letters achter de achterruit van de politiewagen. Johan volgt volgzaam.
Als de auto’s langs de kant van de weg tot stilstand zijn gekomen, stapt één van de agenten uit. Johan draait het portierraampje open. “Goedemorgen meneer”, zegt de agent. “We reden met hoge snelheid door rood.” “Dat kunt u beter niet meer doen, want dat is heel gevaarlijk en u moet als politie wel het goede voorbeeld geven”, antwoordt Johan gevat. Hij moet lachen om zijn eigen grap. De agent ziet er echter de humor niet van in en zegt op strenge toon: “U kunt er wel de draak mee steken, maar u begrijpt dat dit ernstige overtredingen zijn die u veel geld gaan kosten. En dan hebt u nog geluk, want als u nog een paar kilometer harder had gereden was u waarschijnlijk uw rijbewijs kwijtgeraakt.” “Ik had mijn ramen dicht, dus m’n rijbewijs kon niet uit de auto waaien”, probeert Johan nog een keer grappig te zijn. Maar aan het gezicht van de agent te zien, begrijpt Johan dat hij maar beter zijn mond kan houden. “U mag even blazen”, zegt de agent. Johan tuit zijn lippen en blaast. “Meneer blijft lollig doen hè”, bromt de agent, terwijl hij een blaaspijpje tevoorschijn haalt en het aan Johan overhandigt. Johan blaast nog een keer, nu in het pijpje. “Goed, u heeft geen alcohol gebruikt”, constateert de agent als hij het apparaatje afleest. Hij schrijft een bekeuring uit voor de gemaakte overtredingen en geeft deze aan Johan. “Alstublieft. U kunt verder rijden, maar doe het wel rustig aan. Goedemorgen.” Johan kijkt naar het papiertje dat hij in handen heeft gekregen. Hij slikt. “Wat een idioot hoog bedrag”, mompelt hij.
De volgende ochtend pakt Johan de telefoon. Hij belt zijn tandarts. “Goedemorgen. Ik bel om mijn afspraak af te zeggen. Het plaatsen van de brug moeten we voorlopig maar vergeten. Dat kan ik even niet betalen.”