Ouwelullenauto
Daar staat hij dan… te glimmen voor mijn deur. Mijn nieuwe auto. Nou ja, niet echt nieuw. Een tweedehandsje. Of om het wat chiquer te laten klinken, een occasion. Een behoorlijk maatje kleiner dan mijn vorige auto, maar toch aangeschaft in het kader van mijn groeiplan ‘ik iK IK’.
‘Maar bij een groeiplan past toch meer een echt nieuwe en grotere auto?’, zie ik u denken. Nee, is mijn antwoord. Ten eerste heb ik daar domweg het geld niet voor (en niet voor over), ten tweede hebben mijn kinderen een leeftijd bereikt dat ze steeds vaker hun eigen weg gaan en ik dus ook steeds vaker alleen in de auto zit. Waarom zou ik dan een grotere auto kopen? Ik kan maar één zitplaats tegelijk benutten. Nee, de aanschaf van de auto heeft zuiver en alleen plaatsgevonden in het kader van het opkomen voor mezelf en het mezelf minder wegcijferen voor anderen. Hoewel het gat dat de aankoop in mijn spaarrekening sloeg mij over dat laatste nog wel laat twijfelen. Maar dat terzijde.
In mijn vorige nestverhaal (Kleine ik) schreef ik al dat ik heel ver ga om anderen, en dan met name mijn kinderen, te helpen. In het geval van de auto gaat het om mijn zoon. Hij heeft een bepaald en benoemd probleem. Een probleem dat hem behoorlijk in de problemen kan brengen. Het heeft hem eerder dit jaar zijn baantje bij een leerwerkbedrijf gekost. Nadat ik voor hem een oproepje op Twitter had geplaatst kon hij gelukkig weer snel aan de slag. Bij een garagebedrijf in Leiden. Mijn zoon volgt namelijk de opleiding voertuigentechniek. Om te voorkomen dat zijn probleem hem opnieuw in de problemen zou brengen, spraken we af dat hij op de dagen dat ik niet werkte met de auto naar zijn werk mocht. De drie dagen in de week waarop ik wel moest werken, bracht ik hem ’s morgens naar Leiden en haalde hem aan het eind van de dag weer op. Tussendoor reed ik dan op en neer naar Houten om daar een paar uurtjes te werken. Een prima oplossing, leek me. Maar als je na bijna anderhalf jaar met een burn out thuis te hebben gezeten weer aan het terugkeren bent wel heel erg vermoeiend.
Het moest dus anders. Zoon moest nu eindelijk maar eens zelf een auto aanschaffen. En zo geschiedde. Nou ja, bijna dan. Een week of drie geleden trokken wij op een zonnige woensdagmiddag vanuit Alphen aan den Rijn de regio in. Mijn zoon had op internet twee auto’s gezien die aan zijn criteria, te weten oud, goedkoop en sportief ogend, leken te voldoen. Op het eerste adres viel de beoogde auto al snel af. Mijn zoon zag letterlijk te veel toeters en bellen. Overdone opgepimpt in zijn ogen. Daarnaast constateerde hij veel beschadigingen. En omdat ook de overige voertuigen op het terrein hem niet konden bekoren, zetten we koers naar het tweede bedrijf.
Auto 2 bevond zich in een dorp ergens middenin een uitgestrekte polder en zag er voor z’n leeftijd (bouwjaar 1994) nog fantastisch uit, oogde heel sportief en was voorzien van een aantrekkelijk prijskaartje. Nu had mijn zoon op internet echter al gezien dat de kentekenplaat was voorzien van het cijfer 1. Hij vroeg de handelaar naar de reden. De man wist het niet. Hij kocht auto’s op van dealers en wist niets van de geschiedenis van de voertuigen. Toen mijn zoon zag dat het slot duidelijk een keer niet met een autosleutel, maar met een schroevendraaier was geopend, viel ook deze auto van zijn dromen voor hem af.
Ik besloot door te rijden naar mijn ‘eigen’ autobedrijf in Alphen. Wellicht had dat mijn zoon wat te bieden. Aan het gezicht van mijn zoon te zien op voorhand een kansloze missie. Maar hij schikte zich in zijn lot. Als ik maar niet dacht dat hij een ‘ouwelullenauto’ zou kopen, las ik van zijn gezicht. Nu speelde ik al langer met de gedachte om mijn eigen 12 jaar oude auto in te ruilen voor een jonger en kleiner exemplaar en wat denkt u… dat stond er. Een leuk (redelijk) jong ding, aantrekkelijk geprijsd en sportief. Dat laatste zie ik eerlijk gezegd niet zo, maar het staat op de zijkant: Sport. En daar rijd ik nu in rond.
Ik kan nu drie dagen in de week een uurtje langer slapen en hoef op die dagen niet meer twee keer op en neer naar Leiden. En dat laatste scheelt me alleen al minstens zes uur in de week. Tijd die ik nu voor mezelf heb.
Ik blij, zoon blij. Hij kan nu op zijn gemak op zoek naar de auto van zijn dromen. Tot die tijd rijdt hij rond in mijn oude ouwelullenauto, want die is nu van hem.
Mooi verhaal Gert en lieve Pappa
Hahaha!